Wat Peking wil


Wat Peking wil

Andrea Marcigliano

Bron:  https://electomagazine.it/cio-che-vuole-pechino/

Peking is, in alle opzichten, de "stenen tafelgenoot" van het internationale toneel. Degene onder de groten waar men het het minst over heeft, of waar men zelfs probeert niet over te spreken. Toch is het een constante aanwezigheid in elk scenario, in elke spanning en elk conflict, of het nu al is uitgebroken of latent aanwezig is.

Toch is het, inderdaad, van steen. Stil. In de schaduw. Opzettelijk weinig opvallend en helemaal niet bereid om zich te tonen, behalve wanneer dat strikt noodzakelijk is.

De verklaringen van haar vertegenwoordigers, van Xi Jinping en anderen, zijn meesterwerken van oosterse diplomatie. Altijd beleefd, zelfs uiterst hoffelijk. En zorgvuldig geformuleerd. Zodanig dat men slechts met moeite een glimp kan opvangen van de denkwereld van de oligarchie die deze Aziatische reus bestuurt.

En toch is China allesbehalve een slapende reus. Het beweegt zich op verschillende niveaus en met grote vastberadenheid en intelligentie.


Aan de ene kant is het hoofddoel van de heersers van de Verboden Stad de binnenlandse groei, die met uiterste consistentie wordt nagestreefd in een land waar eeuwenlang de meerderheid van de bevolking leefde van een zuivere overlevingseconomie. Een arme en grotendeels agrarische economie.

Vandaag de dag is de industriële ontwikkeling van China indrukwekkend. De Aziatische reus is de grootste producent van goederen van allerlei aard geworden. Concurrentieel en vaak winnend ten opzichte van zijn concurrenten. Vooral ten opzichte van de Verenigde Staten, die het inmiddels weet te evenaren, en vaak zelfs te overtreffen, wat betreft de kwaliteit van de productie in veel sleutelsectoren.

Deze indrukwekkende industriële groei vermindert de armoede in het land, zij het niet zonder trauma’s en dwang. De werkomstandigheden zijn immers zeker niet vergelijkbaar met die van hun westerse collega’s. Toch moet dit alles worden gezien in de historische context van deze reus: een constante verbetering, ondanks de vele, soms gewelddadige tegenstellingen.

Het is echter op het gebied van buitenlandse politiek dat China vandaag de dag met veel aandacht moet worden bekeken.

Een uiterst expansieve politiek, hoewel onder het motto van Xi Jinping: expansie zonder conflicten.

Het is een feit dat de leiding in Peking koste wat kost vermijdt zich in oorlogen of conflicten te storten. Zij verkiest een economische penetratie die op het oog vreedzaam lijkt. En niet alleen in de naburige regio, het zogenaamde Verre Oosten, maar over de hele wereld.


De Chinese aanwezigheid wordt steeds massiever in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar zij vooral een rol speelt in de industriële organisatie en de controle over een goedkope, maar steeds kwalitatiever wordende productie, die bovendien werkgelegenheid biedt aan de lokale bevolking.

Peking is niet geïnteresseerd in territoriale expansie. De historische mentaliteit van China is in wezen verbonden met het oude beeld van het Middenrijk als centrum waar de rest van de wereld omheen draait.

Het doel blijft daarom in wezen economische invloed uitbreiden, waardoor verschillende volkeren aan zich worden gebonden en in feite zachtjes worden onderworpen, zonder geweld te gebruiken of dit zo veel mogelijk te vermijden.

Dit betekent echter geenszins dat er enige beperking is aan het gebruik van geweld. Peking is altijd bereid om daartoe over te gaan als het zijn belangen en doelstellingen bedreigd ziet.

De dreiging komt vandaag de dag van de concurrentie met de Verenigde Staten.

In Washington wordt China inmiddels gezien als de echte, en in zekere zin enige, geopolitieke rivaal.

Hier komt echter een fundamenteel verschil om de hoek kijken.


Zowel Amerikanen als Chinezen zijn ervan overtuigd dat een direct conflict, een frontale botsing om suprematie, slechts een kwestie van tijd is.

Maar de manier waarop zij tijd beschouwen en meten is fundamenteel verschillend.

De Amerikanen hebben haast en handelen bijgevolg met grote snelheid, soms, en de laatste tijd te vaak, met overdreven snelheid. Dat is hun aard. Voor hen begon de geschiedenis tenslotte iets meer dan twee eeuwen geleden.

Voor de Chinezen is dat compleet anders. Wat voor ons traagheid lijkt, komt voort uit een geschiedenis van duizenden jaren. Het eerste rijk, dat van de Shang-dynastie, zou zelfs teruggaan tot het Neolithicum.

Bovendien is de elite van Peking ervan overtuigd dat de tijd in hun voordeel werkt, een overtuiging die is gebaseerd op feitelijke gegevens.

Zij hebben geen haast, maar dat betekent niet dat zij zich niet voorbereiden op een frontale botsing met Amerika.

Integendeel…

Kommentare