Rathenau, Rapallo en Duits rechts


Rathenau, Rapallo en Duits rechts

Karl Richter


(Bron: Facebook pagina van Karl Richter)

Enkele dagen geleden was het de honderdste verjaardag van de dood van Walther Rathenau. Hij werd op 24 juni 1922 vermoord door nationalistische fanatici, die hem beschuldigden van zijn Joodse afkomst en zijn "politiek van vervulling" tegenover de overwinnende mogendheden van de eerste wereldoorlog. Niets was onjuister: tijdens de oorlog had Rathenau meer dan bijna wie ook gedaan om alle bewapeningsinspanningen van het Reich te concentreren, de doeltreffendheid ervan te verhogen en de gevolgen van de Britse zeeblokkade zo veel mogelijk op te vangen. Zonder de oprichting van een apart bureau voor het beheer van grondstoffen die belangrijk zijn voor de oorlogsinspanning, die hij voorstelde, zou Duitsland waarschijnlijk al in 1914/15 in een grondstoffencrisis gestort zijn. Naarmate de oorlog vorderde, pleitte hij onder andere voor de tewerkstelling van Belgische burgers om ze in de Duitse oorlogseconomie te gebruiken en hij verwierp zelfs de wapenstilstand in 1918. Voor de toekomst stelde hij zich de oprichting voor van een verenigde Midden-Europese economische zone onder Duitse leiding - een project dat tijdens de Tweede Wereldoorlog opnieuw op de agenda kwam, toen gesproken werd over de na-oorlogse orde na een Duitse overwinning.

Rathenau was eigenlijk een liberaal. Onder invloed van de oorlog kwam hij echter tot het planeconomische concept van een "gemeenschappelijke economie", dat ook na de oorlog de economische orde zou blijven bepalen. Veelbetekenend is dat de sociaal-democraten het project verwierpen. Het vormde later de inspiratiebron voor Lenins "oorlogssocialisme" - maar nog meer voor het Duitse "bewapeningswonder", dat de latere NS-minister van Bewapening Albert Speer vanaf 1942 het mogelijk maakte door de Duitse oorlogseconomie aan een strenge staatscontrole te onderwerpen, terwijl de kapitalistische particuliere structuren behouden bleven.


Rathenau behaalde zijn grootste coup als minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek van Weimar toen hij in april 1922 de wereldopinie alert maakte met het Verdrag van Rapallo met Sovjet-Rusland: het heropende een aanzienlijke mate van bewegingsvrijheid voor het verslagen Duitsland, althans in het Oosten, en maakte jaren van vruchtbare samenwerking met het Rode Leger mogelijk, waarvan de Wehrmacht nog aanzienlijk profiteerde.

Dit alles verhinderde niet dat een handvol nationalistische moordenaars Rathenau op 24 juni 1922 tijdens een verplaatsing vermoordde. Het was ongetwijfeld een van de domste, meest onverzettelijke acties die Duits rechts ooit heeft ondernomen - en men kan zich met recht afvragen wie er achter zat. Ook toen al probeerden de betrokken Anglo-Amerikaanse achtergrondkringen alles te saboteren wat Duitsland en Rusland nader tot elkaar zou kunnen brengen. De moordenaars van Rathenau - officieren, broederschapsleden - zouden gerust de handen ineen kunnen slaan met de huidige "nationalistische" Oekraïne-aanhangers, wier krankzinnige haat tegen Rusland de transatlantisten (zo worden de Atlantisten in D. genoemd) alleen maar in de kaart speelt.

Ik heb altijd waardering gehad voor Rathenau, die een briljante geest was en bovendien een briljant schrijver, niet in de laatste plaats vanwege zijn ijskoude rationaliteit. Hoewel hij door en door een Pruis was, was elke zwart-wit sentimentaliteit hem aangenaam vreemd. Er waren voor hem geen verbodsbepalingen om te denken. Evenals Bismarck verwierp hij de Duitse koloniën als oneconomisch. Zijn verrassingsverdrag met het internationaal vogelvrij verklaarde Rusland is vandaag actueler dan ooit tevoren. Rathenau, de Pruis, de Jood, de politicus, was bovenal een groot Duits patriot. Sommige mensen zijn ook vandaag nog door hem overweldigd.

Kommentare